HALO's en (andere)
optische verschijnselen
Halo's komen veel
voor in Nederland. Op meer dan 1 van de drie dagen is er ergens
in het land wel een kring, vreemde boog of ander optisch
verschijnsel aan de hemel -veroorzaakt door de breking van het
zonlicht in ijskristallen of waterdruppels- zichtbaar.
Halo van 22 graden; de
zogenaamde 'kleine kring'
Foto: S. Jak
Als je er oog voor
hebt, en weet waar en wanneer de verschijnselen voor kunnen
komen, kan je er goed rekening mee houden en het fototoestel met
de juiste lens paraat houden, om die ene
mooie foto te maken!
Fotograferen?
Voor het fotograferen
van optische verschijnselen is een kleinbeeld-spiegelreflex-camera
het meest geschikt. Op deze camera's passen veel lenzen, filters
en de beeldkwaliteit is erg goed; een universele camera.De
voorkeur gaat daarbij uit naar een iets ouder type camera, zonder
autofocus en met een aansluiting voor een eenvoudige
draadontspanner. De autofocus-functie is voor dit type foto's
overbodig, zelfs lastig. Bij het scherpstellen op de lucht, dat
vaak weinig contrasterend is zal de autofocus-functie immers
weigeren, waardoor de camera niet of moeilijk scherpstelt. Een
draadontspanner kan zeer nuttig zijn bij nachtopnamen van
poollicht, maanhalo's, maar bijvoorbeeld ook van onweer. Voor de
beginnende waarnemer (en fotograaf) loont het zeker bij een
betrouwbare foto-winkel een tweedehandscamera uit de jaren '70 of
'80 aan te schaffen met een aantal lenzen.Natuurlijk zijn er
andere mogelijkheden. Er zijn in de handel speciale
panoramacamera's die een zeer groot gedeelte van de hemel in één
keer kunnen fotograferen, vaak op een groter filmformaat. Nuttig,
maar in de regel erg duur. De goedkope(re) compactcamera's zijn
voor dit type fotografie minder geschikt.
Films en
sluitertijden
- Gebruik bij
voorkeur één type film met de zelfde filmgevoeligheid, zodat u
weet wat u hiermee kunt.
- Diafilm is beter
dan negatieven, is bij projectie scherper en is iets
goedkoper. Nadeel is de noodzaak van een goede projector en
het minder snel kunnen bekijken van het resultaat. Van een dia
is natuurlijk wel een foto te maken (andersom is ook
mogelijk). Het werken in kleur is zeer belangrijk, gezien de
kleurenpracht die moet worden vastgelegd. Dat kan niet met
zwart-witfilm. Opnamen van halo's op negatief-film worden door
de fotocentrales vaak niet goed afgedrukt, of te licht of te
donker (teruggeven en vragen of de afdruk over mag, lichter
dan wel donkerder afgedrukt).
- Het is aan te
raden meerdere opnamen te maken, eventueel met over- en of
onderbelichting, om de mooiste en meest duidelijke opname te
maken.
- Films met
gevoeligheid van ISO 100 zijn perfect voor de meeste
verschijnselen en zijn bovendien zeer scherp. Films met ISO 25
zijn natuurlijk nog scherper, maar zijn duidelijk minder
lichtgevoelig, en wat minder algemeen bruikbaar, en duurder.
- Een maanhalo is in
de regel goed te fotograferen op ISO 100 film, met een
diafragma van f4. en een sluitertijd tussen de 2 en 5 minuten
(al naar gelang de helderheid en wasdom van de maan). Maak ook
hier meer opnamen met kortere en langere sluitertijden.
- Bij digitale
fotografie moet wat geëxperimenteerd worden met
lso-instellingen en belichtings-tijden. Per merk verschillen
de sensoren nogal, waardoor nachtopnames bij het ene merk
bijvoorbeeld meer ruis vertonen dan bij een ander merk,
afhankelijk van de instellingen.
- Vaak kan je met
een digitale camera beter nachtopnames maken dan bij gebruik
van een analoge camera. Bovendien; je kan het effect gelijk
terugzien, dus een nieuwe -betere- opname is snel gemaakt.
Lenzen en filters
- Een standaardlens
voor kleinbeeldfotografie van 50 mm.is zeer geschikt voor
optische verschijnselen. Hij is vrijwel altijd lichtsterk en
bijzonder goed optisch samengesteld (en goedkoop). Zeer zinvol
is het een groothoeklens van 24 mm. te gebruiken. Een groot
aantal halo`s en (regen)bogen passen hiermee voor een groot
gedeelte op één opname. Een nog sterkere groothoeklens van 20
mm. of 17 mm. is mooi, maar vaak erg duur. Dat zelfde geldt
voor het zgn. Fish-eye objectief (dat verkrijgbaar is met
brandpunten van 6 tot 16 mm.). Dit objectief geeft vrijwel de
gehele hemel weer. Mooi en zeer nuttig. Het beeld is bolvormig
vertekend (voor deze fotografie overigens geen enkel
probleem). Alleen worden details wel erg klein omdat de hele
hemel op één foto moet worden 'gepropt'. Een kleine telelens
van 70 mm. tot 135 mm. kan soms nuttig zijn om details (bijv.
bijzonnen) te fotograferen. LET
OP: de genoemde maten en verhoudingen zijn gericht op gebruik
van lenzen bij analoge fotografie.
Bij digitale fotografie is een 24 mm lens -door de kleinere
beeldsensor- vaak geen groothoeklens meer maar bijvoorbeeld
een 40 mm lens geworden (afhankelijk van de correctiefactor
van de sensor, die per merk verschilt, meestal is dat rond de
1,7 *). Bij digitale camera's met een full-format sensor (dus
net zo groot als het voormalige kleinbeeld negatief), zoals de
NIKON D3, is een 24 mm lens weer ' gewoon' een 24 mm lens met
de daarbij passende/ bij analoge fotografie gelijke beeldhoek
(correctiefactor 1).
- Ga experimenteren
met het gebruik van een polarisatiefilter. Zeer veel optische
verschijnselen bestaan voor een gedeelte uit gepolariseerd
licht, de één echter meer dan de ander. De regenboog is een
van de meest sterk gepolariseerde verschijnselen, waardoor een
polarisatiefilter het verschijnsel zelfs kan 'uitdoven' omdat
een polarisatiefilter alleen licht vanuit één richting
doorlaat. Het gepolariseerde licht van een regenboog kan dan,
als dat haaks staat op het filter, niet doordringen tot de
foto. Andere verschijnselen zijn vaak minder gepolariseerd. Al
naar gelang de stand van het filter (dat gedraaid kan worden)
kunnen de verschijnselen in intensiteit zelfs toenemen ! In
zijn algemeenheid is een polarisatiefilter goed te gebruiken
om meer contrast te verkrijgen, zoals een meer blauwe lucht -
vooral op ca. 90° van de zon, met name bij lagere zonnestand
-, en spiegelingen van water of ramen op te heffen. Ook het
groen van bladeren wordt intenser (doordat schitteringen
worden opgeheven) en heiigheid in de lucht kan worden
verminderd. Een 'ouderwetse' handmatige camera heeft in de
regel een lineair polarisatiefilter nodig. Een moderne camera
met zijn geavanceerde belichtingsmeters daarentegen meestal
een circulair polarisatiefilter. Let daar goed op,
anders gaat het fout met de belichting. Lees daarom goed de
handleiding van de camera.
- Ook een uv-filter
kan nuttig zijn, foto's krijgen vaak een iets warmere tint.
Deze goedkope filters kunnen continu op de lens zitten, en
geven zo tevens een goede bescherming voor de veel duurdere
lens.
- Gebruik nooit
andere truc- of kleurfilters voor dit type fotografie. Ga er
vanuit de werkelijkheid (in kleur) zo dicht mogelijk te
benaderen.
Terug
naar de weerkalender
© Copyright foto's
en tekst: Stefan Jak
Laatste
wijziging: zaterdag 23 november 2013
|